Dit boek heeft mij wat verward, om verschillende redenen.
Het hoofdpersonage James is in de ontwenningskliniek terechtgekomen nadat hij van een brandtrap viel en daarna zijn voortanden en zijn neus brak. Het boek gaat voornamelijk over zijn gevecht tegen drugs en alcohol. De schrijfstijl is ietwat bizar, omdat de auteur soms hoofdletters gebruikt. Dit is na een tijdje een beetje storend, maar beschrijft ook wel goed hoe dwanggedachten van iemand met een verslaving verschillende dingen in het leven als belangrijk gaan aanzien. (Ik moest dit googlen voor ik er gek van werd, want ik had de link zelfniet echt begrepen…)
Ondanks de mooie manier waarop de last van een afkickproces wordt beschreven vind ik het wel vervelend dat de auteur de ontwenningskliniek nogal negatief voorstelt. De medepatiënten alsook de hulpverleners lijken allemaal nogal vreselijk. In mijn ogen is het toch net de bedoeling dat een behandeling een positieve ervaring moet gevonden worden, waarin mensen met een probleem bij elkaar en bij hulpverleners terecht kunnen om samen een weg te vinden in het leven zonder verslaving. Dit deeltje van een ontwenningskliniek laat de schrijver dus zo goed als achterwege. Naar mijn mening toont dit wat aan dat hij zich niet helemaal heeft verdiept in het leven van effectief ontwende mensen.
Het boek zorgt eerder voor een afschrik-effect, als in ‘don’t do drugs, kids!’. De negatieve kant van dit afschrikken is ook dat het boek dus niet geschikt voor mensen die een verslaving hebben, maar nog niet de stap naar hulpverlening hebben gezet. Dit omdat het zo’n negatief beeld van een behandeling weergeeft.
Mijn besluit is dus dat het boek best oké was om te lezen, het hield me wel bezig. Waarheidsgetrouw is het, naar mijn ervaring in de GGZ en drughulpverlening, echter niet.
Helaas daarom: