Dit boek is een beetje anders omdat het eigenlijk een prentenboek voor kindjes is. Desondanks is het echt heel erg mooi en een aanrader voor iedereen die stiekem een beetje bang is van de dood.
Al een tijd heeft de eend zo’n gevoel. Er loopt iets achter hem aan. Een knokig mannetje, met een tulp. Hij noemt zichzelf ‘de dood’. Wanneer de eend vraagt waarom de dood bij hem rondhangt, zegt de dood ‘Gewoon, voor het geval dat.’ Dat snapt de eend niet echt zo goed, dus legt de dood uit: ‘In het geval van een ongeluk, of een nare kou.’. Vanaf dan is de eend een beetje ongerust, want hij denkt dat de dood die enge dingen voor hem zou kunnen gaan veroorzaken… maar dat is niet zo. Dat doet het leven. De eend begint de dood leuk te vinden, ze doen samen allerlei dingen. Ze zwemmen in de vijver, maar dat vindt de dood niet zo fijn, hij krijgt het heel koud. De eend warmt hem daarom weer op. Zoiets heeft nog nooit iemand voor de dood gedaan… De eend is zo blij dat hij de volgende dag nog leeft, dat hij iets spectaculairs wil doen. Hij klimt samen met de dood in een boom. Daar praten ze over sterven. Voor de dood is dit makkelijk, maar het maakt de eend vooral onzeker en bang. Het blijft hem bezighouden. De weken daarna liggen de eend en de dood nog veel in het gras, tot de eend het plots heel koud krijgt. De dood neemt zorgzaam en rustig afscheid van Eend, op zijn manier.
Ik vind dat het boek heel mooi geïllustreerd is en ook een mooie sfeer weergeeft. De dood wordt afgebeeld als een figuurtje dat samen met jou het leven meemaakt, en bij je blijft tot het einde. Het figuurtje zorgt ervoor dat je klaar bent om op een rustige, onbezorgde manier te gaan.